donderdag 12 maart 2015

De Staat van Cultuur in Leiden

Column uitgesproken op 11 maart 2015 tijdens het evenement State of The Art van Cultuurfonds Leiden in de Stadsgehoorzaal in Leiden.

-->

"Gevraagd naar wat hij het leukste vond aan zijn vakantie in Leiden zei een Duitse tiener laatst: het openen en sluiten van de Wilhelminabrug over de Zijl. Het hele wegdek ging omhoog! Dat had hij nog nooit ergens gezien.

Al tien jaar ruilen we van huis met gezinnen uit binnen- en buitenland tijdens onze vakanties. Wat wij hebben geleerd is dat er geen peil te trekken valt op waarom mensen naar Leiden komen. En al helemaal niet met welke herinnering ze weer weggaan. De een noemt het fietsen op de vrij liggende fietspaden, de ander het eten van rauwe haring met uitjes op de Leidse markt. Weer een ander het bezoek aan een excellent Leids museum en nog een ander roemde de nabijheid van Amsterdam. De enige constante is dat ze het hier allemaal prima naar hun zin hebben. Kortom: misschien is de veelzijdigheid wel het meest bijzondere aan onze stad en regio.

We zijn groot genoeg om alles te hebben, en klein genoeg om een gezellig beschermd dorps gevoel op te roepen. Groot genoeg om een keur aan musea, monumenten en podia te presenteren. Klein genoeg om elkaar te vinden en samen te werken aan een stad die bruist. Niet alleen door te kijken naar hoe overheid en instituten het vóór je regelen, maar door als inwoners ook zélf actief aan de slag te gaan.

Volgens mij is de allerbelangrijkste kracht van de stad misschien wel de meest onzichtbare: de kracht van de Leidse bevolking. We hebben de één na hoogst opgeleide bevolking van Nederland, we hebben de één na grootste creatieve klasse en we zijn de op twee na rijkste stadsregio. We hebben de hoogste cultuurparticipatie van het land en de sterkste sociale cohesie. Nergens zijn meer verenigingen en stichtingen.  Alleen al veertig erfgoedverenigingen. Nergens in Nederland zijn inwoners méér geïnteresseerd in de geschiedenis van de eigen stad.

Een hele nieuwe generatie politici, ambtenaren, directeuren, cultuurmakers, ondernemers én actieve burgers is opgestaan.  Studenten en scholieren zijn mee gaan doen. Zij vormen een nieuwe dynamische netwerksamenleving die geen zin heeft om met meningen te komen waarom iets niet kan, maar samen een plan bedenken hoe het wél kan.

Op grote schaal heeft dat tot vernieuwing geleid. Een breed gedragen visie gestoeld op twee  duidelijke pijlers ‘kennis’  en ‘cultuur’. Prachtige nieuwe podia voor theater en muziek. Vernieuwde, eigentijdse musea. Levendige festivals die steeds meer de innovatie opzoeken. Historisch erfgoed dat nu hip and happening is. Zelfs op de lastige gebieden retail en horeca komt er beweging.

Ik ben er trots op dat ik van deze nieuwe generatie deel mag uitmaken. Wij zijn inmiddels dé stad die de rest van Nederland in de gaten houdt. In 28 steden en dorpen zijn Stadslabs opgericht naar Leids prijswinnend voorbeeld. Ook onze vindingen Ondernemersfonds en Cultuurfonds vinden in diverse steden navolging.

Met deze gezamenlijke energie wordt opeens alles mogelijk. Kansen zijn er te over. Laten we van onze Leidse singels het mooiste stadspark van Nederland maken. Laten we van de stad weer maken wat hij was: de botanische hoofdstad van Nederland. Laten we rondom de Oude Vest een levendig Cultuurkwartier ontwikkelen.

Laten we onze prachtige historische binnenstad én de buitenwijken het decor maken van spontane ontmoeting met kunst en cultuur. Laten we de verbinding maken met de regio, met de bloemen en de zee.

Laten we fysiek en in programmering de samenwerking opzoeken tussen de werelden van film, beeldende kunst, theater, muziek, erfgoed, wetenschap, tussen professionals en amateurs. Want het is op de kruising van disciplines waar de echt vernieuwende ideeën ontstaan die nergens in Nederland te vinden zijn.

De afgelopen tien jaar hebben we de stad grotendeels op het niveau gebracht van andere historische steden die op ons voor liepen, zoals Amsterdam, Maastricht, Haarlem.  Als we met deze generatie deze energie ook de komende tien jaar vast weten te houden, dan zullen we komen waar we op grond van de schoonheid van de stad én de kracht van haar bevolking thuis horen: in de top drie van meest populaire steden van Nederland.

Voorwaarde is wel dat we allemáál meedoen, en dezelfde ambitie durven te delen. We zijn groot genoeg om alles te hebben, maar wel zo klein dat we er overal maar één van hebben: één stedelijk museum, één schouwburg, één gemeente… Alternatieven zijn er niet: we moeten het dus met elkaar doen.

Mijn droom is dat als die Duitse tiener over tien jaar nog eens Leiden heeft bezocht met zijn gezin, hij niet alleen meer zegt: ‘Het was leuk in Leiden’, maar tegen iedereen die het maar horen wil zegt: ‘Leiden? Daar móet je geweest zijn.’

Dank u wel."

Jeroen Maters, 12 maart 2015

Geen opmerkingen: